In lieu of an abstract, here is a brief excerpt of the content:

het groene europa: feiten en percepties van milieuproblemen 95 Het groene Europa: feiten en percepties van milieuproblemen Erik Smolders milieUzorG Klimaatopwarming, dalende biodiversiteit, giframpen, zure regen. Dagelijks krijgen we onze portie slecht nieuws over het milieu. De markt speelt hierhandigopinmetmilieuvriendelijkewagens,zonnepanelen,ecocheques en andere ecologisch verantwoorde producten die de economie duurzamer zouden maken. Wellicht maakt iedereen daarbij weleens de kritische bedenking of die beloftes wel degelijk onderbouwd zijn. Dit hoofdstuk zal handelt over het milieu, de toestand ervan, de wetenschap over het meten van milieuschade en de bron van uiteenlopende percepties over milieuproblemen . Laat ons echter eerst beginnen met het domein af te bakenen. Het milieu is de omgeving waarin levende wezens aanwezig zijn. Elk levend wezen, bacterie, plant, dier of mens, laat een spoor na in de omgeving waarin het groeide en zich voortplantte. Dit spoor, een ‘voetafdruk’, is het verdwijnen van een aantal bouwstoffen uit het milieu of het achterlaten van de afvalstoffen die inherent samengaan met groei. Die voetafdruk kan heel beperkt zijn, zodat dat er geen blijvende schade te meten valt, en zo klein, dat we de natuur waarnemen als een systeem in evenwicht. 96 erik smolders De voetafdruk van de Homo sapiens is weliswaar groot. Schade of effecten op het milieu kunnen we definiëren als het resultaat van de ingrepen van de mens op zijn omgeving, waardoor zijn soortgenoten of andere soorten een nadelig effect hiervan ondervinden, nu of in de toekomst. Natuurrampen , veroorzaakt door de grillen van de natuur, zijn dus volgens deze definitie geen milieurampen, terwijl achtergelaten gif, maar ook overbeviste waters en door de mens leeggepompte waterreservoirs dat wel zijn. Milieuzorg ontstond voornamelijk vanuit de bezorgdheid over de afvalstoffen die de mens in het milieu achterlaat. In de praktijk vertaalt zich dat in zorg voor de kwaliteit van water, bodem en lucht. Met enige inspanning werden regels en technologie ontwikkeld die, zoals dit hoofdstuk zal aantonen , de kwaliteit van het milieu sterk verbeterden. Opvallend is echter dat, na ongeveer 50 jaar milieubeweging, de klemtoon verschuift van het probleem van de schadelijke stoffen (de ‘afvalstoffen’) naar de druk op de schaarse hulpbronnen (de ‘bouwstoffen’), de beschikbare ruimte incluis. Het Europees milieuagentschap rapporteert vijfjaarlijks over de toestand van het Europese milieu. In de synthesenota van het laatste rapport (EEA, 2010) gaat het nu meer over de relatie tussen mondiale trends en milieudruk , over het verlies aan natuurlijke hulpbronnen, waaronder de biodiversiteit , over de klimaatverandering, en pas dan over de kwaliteit van water, bodem en lucht en de menselijke gezondheid. Milieuzorg is dus volgens bovenstaande definitie een zeer ruim begrip en enige afbakening is dus aangewezen. In dit hoofdstuk beperken we ons tot de problematiek van de kwaliteit van bodem, water en lucht, en het zorgzaam omgaan met afval. Het gaat dus over het ‘klassieke’ probleem van de schadelijke stoffen, waaronder ook de uitstoot van broeikasgassen, fijn stof enzovoort. Het gaat hier niet over het vraagstuk van de dalende beschikbare ruimte of de uitputting van de natuurlijke hulpbronnen. Die laatste problemen zijn uiteraard van een grotere orde dan de eerste en ze zijn verbonden aan het algemeen wereldvraagstuk van de demografie en stijgende welvaart waarvoor geen pasklaar (technisch) antwoord te geven is. Milieuzorg is een morele opdracht. Sociale regels dienen het welzijn van de medemens, milieuregels dienen het welzijn van de medemens, zijn nageslacht en het ecosysteem. De maatschappij heeft hierop gereageerd door in de laatste 50 jaar een groeiend aantal wetten op te stellen en internationale afspraken te maken. In welke mate de mens zich zal beschermen tegen zijn eigen grote voetafdruk, valt niet te voorspellen. Pessimisme over de graad van zelfregulering lijkt echter de boventoon te halen bij de vele citaten die men daarover vindt. Zoals Albert Schweitzer het beschreef: ‘Man has lost [3.145.16.90] Project MUSE (2024-04-26 15:54 GMT) het groene europa: feiten en percepties van milieuproblemen 97 the capacity to foresee and to forestall. He will end by destroying the earth’ (de mens verloor het vermogen om vooruit te zien, te anticiperen. Hij zal eindigen met de wereld te vernietigen). milieUProblemen: UiteenloPende PercePties oVer dezelfde feiten In 1962 verscheen Rachel Carson’s boek Silent Spring (stille lente). De auteur, bioloog en schrijfster, beschrijft hierin hoe het gebruik van bestrijdingsmiddelen zoals DDT, aldrin en dieldrin in land- en bosbouw een regelrechte ramp betekenen voor de natuur. Met bijzondere ijver verzamelde de schrijfster feiten over dode vogels, vissen en planten als gevolg van onoordeelkundig gebruik van de bestrijdingsmiddelen. De aaneenschakeling van gebeurtenissen leest als een apocalyptisch verhaal...

Share