In lieu of an abstract, here is a brief excerpt of the content:

SLAGKRACHT (1) De uitbouw van de Leuvense koloniale beweging 1918-1945 Het uitzenden van artsen en landbouwkundigen naar Congo was lovenswaardig, maar behoorde niet tot de kerntaken van de universiteit: onderwijs en onderzoek. Op die terreinen nam de belangstelling voor Congo andere, meer wetenschappelijke vormen aan. De jurist Guy Malengreau bijvoorbeeld, maakte een studiereis door de kolonie om het inlands gewoonterecht te documenteren. Hier rust hij even uit op de evenaar. [3.143.218.146] Project MUSE (2024-04-26 11:57 GMT) Slagkracht (1) terwijl in Congo missionarissen en leuvense landbouwkundigen en medici apostolaatswerk onder de tropenzon verrichtten, vonden er ook aan de alma Mater zelf belangwekkende ontwikkelingen plaats. naast de groep van fomulac en cadulac werkte er een aantal hoogleraren met een meer onderzoeksgerichte instelling aan projecten op het vlak van tropische agronomie en geologie. aan hun faculteiten werden deze koloniale experten pleitbezorgers voor nieuwe onderwijsprogramma’s, waarvoor een toenemend aantal studenten zich inschreven . tijdens het interbellum veranderde Congo immers van een avontuurlijke onderneming naar een stabiele kolonie, waar een voorspoedige carrière en een aangenaam leven in het verschiet lagen. De uitbouw van de koloniale regelgeving , de insnoering van het gebied in bestuurlijke structuren en het groeiend aantal bedrijven, steden en communicatiemiddelen verzekerden die evolutie. Ook aan de leuvense universiteit drong het nieuwe, pragmatische beeld van Congo naar voren. In 1922 spoorde François timmermans, ondernemer en lid van de Koloniale Raad, de verzamelde ingenieurs van de alma Mater aan tot de Congovaart: ‘een verblijf in de kolonie is immers niet langer een avontuur’, overtuigde timmermans de studenten.1 Het veilige en gezonde Congo genereerde inderdaad een toenemende belangstelling van studenten en hoogleraren voor de kolonie. Die belangstelling van de universitaire gemeenschap leidde uiteindelijk tot een zoektocht naar nieuwe structuren om wat intussen een leuvense koloniale beweging was geworden, vorm en slagkracht te verlenen. Deze ontwikkeling vond plaats in een tijdsgewricht dat door twee wereldoorlogen werd gemarkeerd. 88 Slagkracht (1) Edmond en Edouard Met het uitbreken van de eerste Wereldoorlog werd brutaal een einde gemaakt aan de uitbouw van de leuvense koloniale infrastructuur, waarmee sinds 1908, gelijktijdig met de overname van Congo door belgië, een begin was gemaakt. In de augustusmaand van 1914 werd leuven immers gebrandschat door Duitse soldaten: één derde van haar gebouwen werd tot puin herleid, waaronder de universiteitshal, de universiteitsbibliotheek en de Handelshogeschool met de daaraan verbonden de koloniale sectie. Vier lange oorlogsjaren bleven de colleges geschorst. Pas in 1919 kon het eerste naoorlogse academiejaar worden geopend , in triomf – het ‘teutoonse barbarendom’ was overwonnen. een moeizame wederopbouw van het universitaire leven kwam op gang. De studenten die aan het front waren gevallen, werden met piëteit herdacht. Professoren keerden terug uit hun diaspora aan buitenlandse universiteiten, terwijl een internationale herstelbeweging de fondsen bijeenbracht voor bouwwerken, aankoop van boeken en uitrusting van laboratoria. De leiding van de naoorlogse wederopbouw berustte bij rector Paulin ladeuze, die met zijn bestuurlijk talent de universiteit tot 1940 leidde. tijdens zijn lang rectoraat onderging de leuvense universiteit een ware metamorfose: nieuwe gebouwen en instituten werden ingewijd, waaronder het complex van de academische ziekenhuizen; het professorenkorps werd verdubbeld, onder andere door de splitsing van de colleges in een Frans en nederlandstalig stelsel; in die strijd voor de vernederlandsing verkreeg ook de studentenbeweging een vitaler gedaante. In de lijn van een evolutie die zich vanaf het rectoraat van Constant Pieraerts had ingezet, spande ladeuze zich in het bijzonder in voor de vooruitgang van het wetenschappelijk onderzoek aan de universiteit.2 Dit indrukwekkend bilan dat ladeuze aan het einde van zijn rectoraat kon voorleggen, werd gememoreerd door onderrector Honoré van Waeyenbergh tijdens een redevoering voor de voltallige universitaire gemeenschap.3 Van Waeyenbergh sprak er over de ‘opstand uit de assche’, waaruit leuven tot ‘schooner, rijker volledigheid’ was opgeklommen: ‘tientallen nieuwe grootsche gebouwen, moderne auditoria, bekende laboratoria , instituten en klinieken verspreid over heel de stad en uitwijkend naar wat misschien ooit wordt de Hogeschool-Cité van Heverlee… en onder de hoogeschool bevolking, de innovatie der Juffrouwen-studentinnen. uitbreiding en vernieuwing van de leergangen, zoodat waar wij vroeger een dun klein onoog- De uitbouw van de Leuvense koloniale beweging 1918-1945 89 Paulin Ladeuze bestuurde de Leuvense universiteit éénendertig jaar lang met de ijver en nauwgezetheid van de bijbelexegeet die hij was. De veranderingen die onder zijn rectoraat plaatsvonden, waren zo fundamenteel dat hij – in navolging van de eerste rector in 1834, Pierre de Ram – de ‘tweede stichter’ van de Leuvense universiteit wordt genoemd. 90 Slagkracht (1) lijk boekje meekregen bij het begin van...

Share