In lieu of an abstract, here is a brief excerpt of the content:

79 De demografische component in de economische crisis van de jaren dertig: een correctie op het bestaande beeld Jan Willem Drukker Universiteit Twente inleiding De algemeen geaccepteerde verklaring (hierna: ‘economische consensus’) voor het feit dat nederland – en, zij het in iets mindere mate, ook belgië - langer en heftiger dan andere landen werd getroffen door de economische crisis na 1929 luidt dat het handhaven van de gouden standaard – in nederland tot in de herfst van 1936; in belgië tot in 1935 – en de daarmee verbonden aanpassingspolitiek de voornaamste boosdoeners waren.1 het belangrijkste argument binnen deze economische consensus is dat de landen die vasthielden aan de gouden standaard niet in staat waren om hun kostenniveau ten opzichte van het buitenland in voldoende mate te laten dalen vanwege de rigiditeit van de nominale loonvoet (het zogenaamde ‘sticky wages argument’ in de angelsaksischeliteratuur(ziebijvoorbeeldPensieroso,2007).Derigiditeit van de nominale loonvoet is ongetwijfeld één van de belangrijkste factoren geweest die voorkwam dat de arbeidsmarkt geruimd werd, maar vergelijkendonderzoeknaarhetverloopvan debelangrijksteeconomische indicatoren in zes kleine, open West- en noord-europese economieën (waaronder nederland en belgië uiteraard) laat tevens zien dat die visie tot op zekere hoogte eenzijdig en dus slechts gedeeltelijk correct is.2 1 vgl.: (galbraith, 1961; kindleberger, 1973; eichengreen, 1992; bernanke, 2000; 2004). De nederlandse en belgische ‘oerteksten’ zijn resp. (keesing, 1952; baudhuin, 1946; 1961). recentere revisies voor nederland en belgië: (van Zanden, 1988a, 1988b, 1997; vanthemsche, 1987; cassiers, 1989; 1995 en Mommen, 1994). 2 Zie: Drukker, 1990. een aantal stellingen die daar aan de orde komen worden in dit hoofdstuk nader uitgewerkt, deels op basis van nieuwe gegevens (Maddison, 2008a). KOK_opmaak_23022010.indd 79 3/03/10 16:16 Jan Willem Drukker 80 De diepe en langdurige daling van de productie dient inderdaad te worden toegeschreven aan de gevoerde wisselkoerspolitiek. De uitzonderlijk hoge en hardnekkige werkloosheid in nederland echter werd in hoofdzaak door twee andere factoren veroorzaakt. in het begin van de jaren 30 zette een langdurige daling in van de omvang der kapitaalgoederenvoorraad, met als gevolg een gedurende lange tijd dalende capaciteitsvraag naar arbeid en, gegeven de daling van de arbeidsproductiviteit, mogelijk een gedeeltelijke vervanging van kapitaal door arbeid. Dit proces zorgde in combinatie met een uitzonderlijk snelle stijging van het arbeidsaanbod voor een extreem hoge werkloosheid die aanhield tot aan het einde van de jaren 30. De snelle toename van het arbeidsaanbod had niets te maken met de gevoerde economische politiek, maar was het gevolg van de in de jaren na de eerste Wereldoorlog door de rooms-katholieke én de gereformeerde kerken geïnitieerde campagne ter bevordering van een groot kindertal in de gezinnen van hun parochianen. inbelgiëwasvanditlaatstegeensprake.ookbelgiëwerdharderenlangduriger getroffen door de crisis van de jaren 30 dan vergelijkbare volkshuishoudingen die in een vroeg stadium de gouden standaard lieten voor wat zij was en overstapten op een variabele wisselkoers. het feit dat de economische crisis in nederland nog dramatischer verliep dan in belgië kan echter niet uit strikt economische factoren verklaard worden. De hoofdoorzaak was gelegen in een verschil in de demografische ontwikkeling tussen beide landen, een aspect dat systematisch onderbelicht is gebleven. in het hiernavolgende wordt gepoogd om het bestaande beeld op dit punt te corrigeren. een vergelijking: zes kleine, open, hoogontwikkelde volkshuishoudingen De constatering dat nederland en belgië heftiger door de economische crisis van de jaren 30 werden getroffen dan de sovjet-Unie, is juist, maar tevens betrekkelijk zinloos. omdat op de achtergrond de vraag speelt tot in hoeverre de economische politiek een rol speelde, is het van belang om de ontwikkeling in nederland en belgië te vergelijken met die van landen die de grootst mogelijke gelijkenis vertonen met deze twee landen, behalve dan, waar het de gevoerde economische politiek betreft. Daartoe zijn een zestal landen geselecteerd (belgië, nederland, Zwitserland, Denemarken, noorwegen en Zweden) waarbij het in alle zes gevallen gaat om kleine, open, hoogontwikkelde volkshuishoudingen, gekenmerkt door een gemengde economische orde en in politieke zin door KOK_opmaak_23022010.indd 80 3/03/10 16:16 [18.216.94.152] Project MUSE (2024-04-26 04:59 GMT) De demografische component in de economische crisis van de jaren dertig 81 een parlementair-democratische bestuursvorm. Dit zestal laat zich bovendien keurig in twee contrasterende groepen verdelen voor wat betreft de gevoerde economische politiek. belgië, nederland en Zwitserland (hierna: het goudblok) hielden tot in de tweede helft van de jaren 30 vast aan de gouden standaard. Denemarken, noorwegen en Zweden (hierna: de vWk-landen) stapten in een vroeg stadium (1931) over op een variabele wisselkoers. Dat de drie vWklanden alle...

Share