In lieu of an abstract, here is a brief excerpt of the content:

163 HOOFDSTUK 5 Holenmens Waanzin, fundamentalisme en kunst (liefde, overgave) 1 In den beginne, vóór het woord, was het witte blad. vol leegte. vol mogelijke woorden. Ideale woorden, in een onovertrefbare volgorde. arme schrijver: hoe godslasterlijk het idee om de perfectie van dat lege wit na te willen maken, te beginnen met één onnozel woord? woord voor woord vernietigend wat je eigenlijk alleen maar opnieuw wil laten ontstaan, maar nu zodanig dat ook anderen het kunnen bewonderen. een vlucht meeuwen. Gekrijs, een bont patroon van schaduwstippen op de grond. waar? ach, ze zijn alweer verdwenen. en toch. Bestaat er nu geen kans dat niet enkel de schrijver het zag? ver weg, in eendere landen, op eendere bladzijden, schuiven thans dezelfde stippen voorbij. Ook daar in eendere ogen kan nu een licht opgaan. vóór het kunstwerk, is er de belofte van het kunstwerk. Het werk is er al. maar enkel als hoop. Het is er, zoals het er altijd al geweest is. zoals de utopische geliefde er altijd is. als tekort, als negativiteit. de aanwezigheid van de afwezigheid. In de spiegel van het witte blad flonkert het als mogelijkheid — bezwerende fluistertonen van de utopische gemeenschap: het nog niet als al wel. Het tekort als teveel. Ontroering, vervulling, extase. maar ook angst. want hoe kan die ontzaglijke belofte ooit gestand gedaan worden? verraadt niet ieder woord de onmacht van de kunstenaar? Het toont dat niet hij zijn eigen tekort beheerst, maar dat tekort hem. sommigen schrijden verschrikt op hun passen terug en vluchten de extase in, houden zich op in het hol van hun belofte — waar uiteindelijk alleen maar de waanzin 164 wacht. anderen weigeren hun onmacht te aanvaarden en maken er een almacht van door de werkelijkheid aan te passen: ze kneden de werkelijke gemeenschap tot hun utopische gemeenschap — en verworden zo tot fundamentalist. alleen wie de eigen onmacht durft te aanvaarden, is in staat lief te hebben — de liefhebber, de kunstenaar. Iniedervanonsschuilteenliefhebber,eenkunstenaar.maarevenzeer een waanzinnige die niet meer ontsnapt aan de greep van zijn utopische gemeenschap, alsook een fundamentalist die die greep wil uitbreiden naar de werkelijke gemeenschap. 2 In kafka’s onvolledig bewaard gebleven verhaal Het Hol beschrijft een molachtigcreatuurdeeigenwoonst.Hetdierheeftzicheenondergronds koninkrijk van gangen, pleintjes en kamertjes gegraven. er heerst een diepe onderaardse stilte die in theorie niet verstoord kan worden: door een ingenieus systeem van valse ingangen en misleidende doolhoven is het hol afgeschermd van de buitenwereld. Het geritsel dat af en toe toch doordringt is dat van ‘gespuis’ dat afdaalt via de luchtkanaaltjes, wat het dier goed uitkomt, want het hol kan op die manier tevens dienstdoen als een klein en uiterst efficiënt jachtterrein, zodat het dier ook voor voedsel het hol niet meer uit moet. In volledige autarkie kan het de rest van zijn dagen slijten, in volstrekte rust en vrede. Het heerlijkste van mijn hol is de stilte. [...] urenlang kan ik door mijn gangen sluipen en hoor niets dan zo nu en dan het geritsel van een of ander klein diertje, dat ik dan ook meteen tussen mijn kiezen tot rust breng [...]. de boslucht stroomt naar binnen, het is tegelijk warm en koel. dikwijls strek ik mij uit en wentel mij vol welbehagen in de gang om en om. Heerlijk is het, voor mijn komende oude dag zo’n hol te hebben , onder dak te zijn als het herfst wordt. Om de honderd meter heb ik gangen tot kleine ronde pleintjes verwijd, daar kan ik mij gemakkelijk in elkaar rollen, mij aan mezelf warmen en uitrusten. daar slaap ik de [18.118.140.108] Project MUSE (2024-04-24 19:36 GMT) 165 zoete slaap van de vrede, van het vervulde verlangen, het bereikte doel een huis te bezitten.40 en wat is de zin van de heerlijke uren dan ook anders, de uren die ik half rustig slapend, half vrolijk wakend, in de gangen pleeg door te brengen, in die gangen die precies voor mij berekend zijn, voor wellustig uitrekken , kinderlijk heen en weer rollen, dromerig liggen, verrukkelijk inslapen . en de kleine pleintjes, in weerwil van de nauwkeurige gelijkheid door mij met dichte ogen alleen al aan de helling van de wanden duidelijk te herkennen, zij omvatten mij vredig en warm, zoals geen enkel nest zijn vogel omvat. en alles, alles stil en leeg.41 Het dier lijkt met het hol een paradijs te hebben geschapen voor zichzelf , een plaats waarin het zich kan oprollen als een foetus in de moederbuik . we hebben als lezer echter al snel door dat...

Share