In lieu of an abstract, here is a brief excerpt of the content:

DE RECTOR IN CONGO Rector Van Waeyenbergh kijkt nog een laatste maal om alvorens hij in het vliegtuig stapt, op weg naar zijn eerste bezoek aan Belgisch-Congo. [18.118.137.243] Project MUSE (2024-04-20 07:05 GMT) De rector in Congo In een herdenkingsrede voor de overleden rector Paulin ladeuze kon Honoré van Waeyenbergh zijn voorganger eren als een ‘groot Koloniaal’.1 Die titel had ladeuze verdiend door de steun die hij had verleend aan fomulac en cadulac, de koloniale opleidingen die tijdens zijn rectoraat waren gegroeid, de laboratoria waarvoor de rector onderzoeksfondsen had vrijgemaakt en de veelvuldige onderhouden met missionarissen en leden van de koloniale overheid die hij in zijn drukke agenda had ingeschreven. al deze activiteiten hadden evenwel tamelijk onopvallend plaatsgevonden. Zelden trad ladeuze in koloniale aangelegenheden op de voorgrond, met uitzondering van de rectorale redevoeringen waarin hij het thema bespeelde en die éne keer dat hij aan het hoofd van een delegatie van aucam naar Rome was getrokken voor een audiëntie bij de Heilige Vader.2 De meest zichtbare realisaties tijdens het rectoraat van ladeuze, fomulac en cadulac, waren het werk geweest van individuele professoren. Zij hadden weliswaar kunnen rekenen op rectorale steun, maar die was erg onzichtbaar gebleven: het was om beslissingen gegaan die in de besloten ruimte van het rectorale kabinet waren genomen of om onderhandelingen die in discrete briefwisseling waren gevoerd, buiten de blik van de universitaire gemeenschap. Voor het overige had ‘Congo’ deel uitgemaakt van de gewone rectorale taken: het was een universitaire discipline geweest waarvoor titularissen moesten worden gezocht, programma’s samengesteld, budgetten voorzien en lokalen vrijgehouden. Business as usual. Onder Van Waeyenbergh veranderde dit. Het leuvense koloniale beleid werd actiever, grootschaliger en meer prominent uitgespeeld in de universitaire mise-en-scène. Die stijlbreuk was in de eerste plaats het gevolg van een verschillend karakter.3 De temperamentvolle Van Waeyenbergh, opgegroeid in een grootstedelijk milieu, gedroeg zich meer als een natuurlijke leider, die ini- 120 De rector in Congo Nadat een delegatie van AUCAM op 24 september 1932 in audiëntie was ontvangen bij paus Pius XI, verzamelden de studenten op een plein in Rome voor een groepsfoto. In het midden zit rector Ladeuze. [18.118.137.243] Project MUSE (2024-04-20 07:05 GMT) De rector in Congo 121 tiatieven naar zich toe trok en beslissingen kon forceren. anders dan ladeuze, die altijd een geleerde was gebleven, was Van Waeyenbergh een man van de daad, die soms ook emotioneel sterk bewogen kon zijn. Hij hield van ceremonies , plechtigheden met het nodige pompeux en de recepties achteraf – waar hij graag een redevoering improviseerde. Veel meer dan ladeuze verruilde Van Waeyenbergh zijn kabinet voor diverse spreekgestoelten en fora waar hij zijn universiteit en haar almaar toenemende koloniale realisaties voorstelde. De basis voor Van Waeyenberghs levenslange belangstelling voor belgischCongo werd gelegd tijdens een eerste reis die hij in de zomer van 1947 ondernam .4 na die wekenlange rondrit door de kolonie en het mandaatgebied Ruanda-urundi was Congo voor de leuvense rector nooit meer business as usual; het werd daarentegen een bijzonder universitair project, met een sterke persoonlijke betrokkenheid. De officiële aanleiding voor de reis was een bezoek aan de leuvense oud-studenten, verenigd in lovania, als dank voor hun steun bij de naoorlogse wederopbouw van de alma Mater. tegelijkertijd wilde Van Waeyenbergh de leuvense medische en landbouwkundige stichtingen bezoeken , de plannen voor een toekomstig universitair onderwijs ter plaatse bespreken en, meer in het algemeen, kennismaken met de kolonie en haar beheer, het werk van de missionarissen, de onderwijsvoorzieningen en de sfeer onder de inlandse bevolking. Het moest een inleef- en studiereis worden met het oog op de naoorlogse oriëntatie van het leuvense werk in Congo. De reis werd grondig voorbereid door Jérôme Quets, ingenieur bij umhk en gangmaker van de Katangese afdeling van lovania, die in overleg met Gerard van der schueren een gedetailleerd reisplan opstelde. De rector drong aan op een volladen programma: ‘Ik wil mij tijdens mijn reis zoveel mogelijk geven. u kunt beschikken over mij en, indien het klimaat mij goed bevalt, ben ik graag bereid overal waar u wenst het woord te nemen. Vrees niet om misbruik te maken van mijn persoon’, schreef Van Waeyenbergh aan Quets.5 Deze wens werd ingewilligd. tussen 31 juli en 16 september 1947 doorkruiste de rector per auto, trein en vliegtuig de kolonie, voor de gelegenheid uitgedost in een witte soutane omgord met een rode sjerp. Hij bezocht de grote steden – leopoldstad, elisabethstad...

Share