In lieu of an abstract, here is a brief excerpt of the content:

DE KOLONIALE ONDERNEMING De Leuvense universiteit, Leopold II en Congo 1885-1914 Studenten en hoogleraren verleenden op diverse manieren hun steun aan de koloniale onderneming van Leopold II. Zij namen ‘Congo’ op in hun collegeroosters, richtten koloniale verenigingen op, stimuleerden de vorming van missionarissen of trokken zelf naar de kolonie . Die tropische expedities waren niet zonder gevaar. Deze aquarel, met een kruis in de linkerbenedenhoek, toont de plek waar één van de studenten van de Leuvense universiteit voor eeuwig aan de Congostroom rust. [3.147.104.248] Project MUSE (2024-04-18 11:51 GMT) De koloniale onderneming uitbundig feliciteerde de leuvense rector Constant Pieraerts koning leopold ii op 9 maart 1885 met zijn berlijnse successen.1 De vorst was er met de nodige diplomatie in geslaagd het gebied dat Henry Morton stanley in Centraal-afrika had blootgelegd te laten erkennen door de europese mogendheden op een internationale conferentie. een belangrijk onderdeel van leopolds erkenningsstrategie was de voorstelling van Congo Vrijstaat als een filantropisch project: het brengen van de beschaving aan een ‘primitief’ volk dat zuchtte onder het arabische slavenjuk. Dat was een thema dat niet enkel in berlijn, maar ook aan de leuvense universiteit aansloeg: ‘te zien hoe het enorme continent door het werk van onze vorst wordt opengesteld voor de christelijke beschaving, terwijl de barbarij en bloedige slavernij worden verdrukt door de intrede van een vredebrengend bestuur’ bezorgde Pieraerts ‘een emotie van nationale trots.’ De rector verzekerde de koning bovendien de steun van de leuvense universiteit voor diens koloniale onderneming. Dit universitaire engagement werd aanvankelijk gedragen door enkele studenten die naar Congo Vrijstaat trokken en een aantal professoren die in het koloniale bestuur stapten. Pas na de overname van de kolonie door belgië in 1908 werd ‘Congo’ ook opgenomen in de onderwijs- en onderzoeksstructuren van de universiteit. naast het individuele engagement van studenten en hoogleraren behoorde de kolonie voortaan ook tot de kernactiviteiten van de universiteit. Leuven en Leopold sinds de heroprichting van de ‘katholieke’ universiteit in 1834, in opvolging van de ‘oude’ universiteit die in 1425 in leuven was ontstaan, bekleedde Pieraerts 24 De koloniale onderneming het vierde rectoraat in rij.2 bij het opnemen van zijn ambt in 1881 stelde de universiteit weinig voor in vergelijking met dat eeuwenoude verleden. noch in haar gebouwen, noch in haar bestuurlijke kracht, noch in haar onderwijs en onderzoek vertoonde zij een grandeur die vier eeuwen geschiedenis zouden verwachten. Vanwaar die malaise? De universiteit kon onvoldoende krachten mobiliseren als gevolg van een slopende strijd binnen en buiten haar schoot. Intern zorgden voortdurende debatten tussen conservatieve en progressieve katholieken rond allerhande strijdpunten voor een verlammende sfeer. Op extern vlak ondervond leuven de repercussies van een nationale tweespalt . In de jonge natiestaat belgië had het revolutionaire elan al snel aan kracht ingeboet en was het eenheidsfront tegen het Verenigd Koninkrijk der nederlanden (1814-1830) afgebrokkeld. Het unionisme verdween en maakte plaats voor een levensbeschouwelijke spanning tussen liberalen en katholieken, die tot in de jaren 1960 het openbare leven in belangrijke mate bepaalde. als instelling van hoger onderwijs en opleidingscentrum voor de katholieke elite van het land stond leuven in de frontlijn van deze spanningen. In het universitaire landschap diende de katholieke universiteit stelling te nemen tegenover de vrijzinnige universiteit van brussel en de rijksuniversiteiten in luik en Gent. als katholiek bastion leed zij onder voortdurende pesterijen van de overwegend homogeen liberale kabinetten die het bestuur van het land waarnamen. alsof dat nog niet volstond, ondervond het universitaire leven ook de weerslag van de machtsstrijd tussen gematigde en ultramontaanse krachten binnen het bisschoppelijk college. Dat college, met aan het hoofd de aartsbisschop van belgië, had in 1834 de grondwettelijke vrijheid van onderwijs aangegrepen om een vrije universiteit op te richten, onthecht van het gezag van de staat. tot aan de eerste Wereldoorlog behield het episcopaat de bestuurlijke macht van de universiteit grotendeels zelf in handen. De bisschoppen benoemden de rector, de vicerector en de professoren; ze stelden de inwendige reglementen op en waakten over de rechtlijnigheid van de katholieke leer in het onderwijs; ze genereerden de belangrijkste inkomsten van de universiteit met de jaarlijkse omhaling in de Kerk en toonden een bijzondere bekommernis voor het studentenleven , dat in conservatieve vroomheid werd geacht te verlopen. Maar de bisschoppelijke voogdij legde een zware hypotheek op vernieuwingen aan de universiteit, in het bijzonder op het vlak van de positieve wetenschappen . tot diep in de tweede helft van de negentiende eeuw gaf leuven de aanblik van een voorname hogeschool waar in hoofdzaak theologen, juristen en medici werden...

Share