In lieu of an abstract, here is a brief excerpt of the content:

DANKWOORD In 1961 poseert een jong Afrikaans koppel voor de Universiteitsbibliotheek in Leuven. In maatpak en traditionele kledij, tussen vernieuwing en verankering, belichamen zij het dilemma van de postkoloniale periode: hoe de westerse koloniale erfenis verenigen met de eigen Afrikaanse cultuur tot een nieuw amalgaam? Dit jonge paar studenten was in elk geval hoopvol gestemd. [18.218.38.125] Project MUSE (2024-04-24 23:34 GMT) Dankwoord Dit boek is ontstaan binnen een project van de onderzoekseenheid cultuurgeschiedenis na 1750 over de geschiedenis van de leuvense universiteit. naast Geleerd in de tropen vormt De stad op de berg. Een geschiedenis van de Leuvense universiteit sinds 1968 het belangrijkste resultaat van dit project. Ik dank rector Marc Vervenne en ererector andré Oosterlinck voor hun belangstelling en voor de generositeit waarmee zij dit onderzoeksproject hebben gesteund en ik ben universitaire Pers leuven erkentelijk voor de zorg waarmee zij deze publicaties heeft uitgegeven. Ik dank mijn collega’s met wie ik de afgelopen jaren soms intens heb mogen samenwerken en noem in het bijzonder Jo tollebeek en liesbet nys. Met liesbet ontmoette ik een bureaugenote die mij vanaf de eerste dag niet enkel binnenleidde in de wetenschap, maar ook introduceerde bij collega’s en wegwijs maakte in de vele gangen van het universitaire bedrijf. Ik dank haar zeer. Met Jo trof ik een promotor wiens tomeloze energie tegelijk verbijsterend en inspirerend was. Zijn historisch werk – dat beken ik graag – was een voorbeeld. Ik dank hem voor zijn vriendschap en voor zijn inzet, zonder dewelke dit boek er nooit was geweest. aan de voorbereiding van dit boek ging heel wat onderzoek vooraf. Het personeel in archieven en bibliotheken was steeds behulpzaam en vaak fantastisch . Ik vermeld graag Kjell Corens, Marc Derez, Monique baetens, Guido Cloet, anne Verbrugge, stefan Derouck, Rudi de Groot, Françoise Hiraux, Françoise Mirguet, Daniël butaye, Honoré Vinck, Pierre Dandoy, andré Maes en Patricia Quaghebeur. naast archief en boeken maakte ik gebruik van 288 Dankwoord mondelinge getuigenissen en iconografie. Ik dank de geïnterviewden voor de openheid waarmee zij hun verhaal deden en ben zowel de vele bruikleengevers als fotograaf bruno Vandermeulen erkentelijk voor hun bijdrage in de vormgeving van dit boek. aanbevelingen, literatuurtips en inzichten van diverse aard ontving ik dan weer van Michael Meeuwis, Johan lagae, lucas tessens, Ides nicaise, Reginald de schryver en Jan briffaerts. een bijzondere verdienste komt Myriam Malengreau toe, die ik uitdrukkelijk wil danken voor de wijze waarop zij mij toeliet tot haar familiegeschiedenis: zij vertelde over haar vader, bezorgde mij diens onuitgegeven memoires en stelde de familiealbums ter beschikking . Dat van al dit onderzoek ook een boek kwam, dank ik tenslotte aan uitgeefsters Marike schipper en beatrice van eeghem. en er waren de vrienden. De bureaugenoten en mede-historici in leuven, de buren in de Parkstraat, de squashpartners, de vriendenkring in Gent, de familie in limburg en op het gastvrije West-Vlaamse platteland. Ik dank hen allen voor de geamuseerde wijze waarop zij het schrijfwerk opvolgden. Mijn grootste dank echter, en meer dan dat, gaat uit naar Isabel. Haar blik gleed steeds als eerste over de voorgaande hoofdstukken. Ook de laatste woorden zijn voor haar. ...

Share