In lieu of an abstract, here is a brief excerpt of the content:

Een wetenschap van het geluk? Antoon Vandevelde ‘Allen willen gelukkig leven, broeder Gallio, maar ze tasten in het duister wanneer het erop aankomt te doorzien wat het is, dat een gelukkig leven tot stand brengt; en het is zo verre van gemakkelijk een gelukkig leven te bereiken dat iedereen – indien hij de verkeerde weg heeft genomen – zich er des te verder van verwijdert , naarmate hij er zich voortvarender naar toe beweegt; en wanneer de weg ons in de tegenovergestelde richting voert, dan is onze haast er zelf de oorzaak van dat de afstand nog groter wordt.’ (Seneca, De Vita Beata, p. 41). Lange tijd gingen vooral economen ervan uit dat welvaart en geluk min of meer samengaan met materiële rijkdom en dat economische groei mensen ook gelukkiger maakt. Ze hielden daarin wel een slag om de arm. Natuurlijk wordt het menselijke geluk ook door andere dan materiële factoren bepaald. En natuurlijk is de meting van economische groei onvolmaakt. De milieuverontreiniging wordt niet gemeten, maar de inspanningen om de ecologische problemen te verhelpen verhoogt wel weer het bruto binnenlands product. Toch bleef de intieme overtuiging bestaan dat een maatschappij die er materieel en economisch op vooruitgaat ook beter in staat is om conflicten te beheersen en om zijn burgers gelukkiger te maken. Het 102 antoon vandevelde zit bijna in onze genen ingebakken. Eeuwen en eeuwen lang heeft de grote meerderheid van de mensen moeten vechten tegen de schaarste. Successen op dit front, hoe klein ook, maakten hen gelukkig. Waarom zou dat nu niet meer het geval zijn? Op persoonlijk vlak zijn we hierover ook al niet erg consequent. Natuurlijk weet elke lucide mens dat geld niet gelukkig maakt, maar stiekem dromen we toch van het grote lot. Er is hier een merkwaardige kloof tussen onze (beste) gedachten en ons handelen, tussen onze zondagse gedachten, geïnspireerd door wat filosofen en heiligen al altijd beweren en onze doordeweekse praktijken. Sinds enkele tientallen jaren houdt men nu regelmatig enquêtes, waarin men peilt naar het geluksgevoel van mensen. ‘Alles wel overwogen, hoe tevreden bent u op dit ogenblik met uw leven als geheel genomen?’ Dit is zo ongeveer de vraag die men aan een representatieve steekproef van mensen uit een bepaald land of groep stelt en men laat hen scoren op een schaal van 1 tot 10, of van 1 tot 7, of van 1 tot 4 (zeer tevreden, matig tevreden , niet erg tevreden, of helemaal niet tevreden). De meeste mensen antwoorden op dit soort vragen eerder positief. Het staat ook niet goed om zijn ongeluk toe te geven of te afficheren. Toch zijn er verschillen tussen landen en groepen, en verschillen in de tijd, en die kunnen ons iets leren over de determinanten van ons geluk. We geven hier in eerste instantie verslag van dit soort onderzoek zoals dat door psychologen, sociologen en economen werd gevoerd, eerst in de Verenigde Staten, dan over de hele wereld. Gemakshalve noemen we dit empirische onderzoek in het vervolg van deze tekst ‘de economie van het geluk’, ook al hebben minstens evenveel psychologen en sociologen hieraan meegewerkt. Vervolgens confronteren we deze onderzoeksresultaten met een aantal inzichten over geluk die filosofen al eeuwenlang hebben ontwikkeld. Dit zal ons leiden tot een kritiek van de definitie van het geluk als subjectief welbevinden. een test Van onze intuïties Eén van de meest spectaculaire resultaten van de ‘economie van het geluk’ is dat in de meeste rijke landen het geluk in de voorbije vijftig jaar nauwelijks is toegenomen. De Verenigde Staten is het land waar de geluksmeting via enquêtes het verst teruggaat in de tijd. Tussen 1946 en 1991 is het reëel per capita inkomen er toegenomen van 11.000 dollar per jaar tot 27.000 dollar. Gemiddeld genomen blijft het geluk echter constant in deze periode. Ietwat preciezer: het subjectieve welbevinden daalt [3.145.183.137] Project MUSE (2024-04-18 12:21 GMT) een wetenschap van het geluk? 103 0 3000 6000 9000 12000 15000 1958 1962 1966 1970 1974 1978 1982 1986 1990 Year 1 1.5 2 2.5 3 3.5 4 Life satisfaction Real GDP per capita Real GDP per capita in constant $ Average life satisfaction Figuur 1. Levensvoldoening en per capita inkomen in Japan 1958-1991 (Bruno S. Frey, Alois Stutzer, p. 413) 2 2.2 2.4 2.6 2.8 3 3.2 3.4 3.6 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010 mean happiness in Belgium, 1975 - 2006 (1= not at...

Share