In lieu of an abstract, here is a brief excerpt of the content:

143 Taaladviezen Sommige zaken zijn duidelijk. We twijfelen geen ogenblik waar het lidwoord moet staan in onze zinnen. En dat het meervoud van fiets heel zeker fietsen is, dat hoef ik niemand te vragen. Ook tob ik niet over de vraag of het moet zijn Gisteren hebben we een auto gekocht of We hebben gisteren een auto gekocht. Maar menigeen is minder zeker wanneer je hen en wanneer je hun gebruiken moet. En of je schrijven moet wat hij gedaan heeft danwel wat hij heeft gedaan. Is het de zaak waarover hij sprak of ...waar hij over sprak? Berucht is groter dan, want misschien is groter als tegenwoordig ook goed? En is dagdagelijks wel een fatsoenlijk woord? Mag rundsvlees? En autostrade? Tientallen, honderden van die kwesties zijn er. In Nederland zo goed als in België, al zijn het niet altijd dezelfde kwesties. En ze zullen nog heel lang een ‘kwestie’ blijven. Mijn voorspelling is: net zolang als er taalgidsen, boekjes voor correct Nederlands, taalrubrieken , abn-gidsen en schrijfwijzers blijven verschijnen. Het is volgens mij een naïef idee dat de mensen onzeker over hun taal zijn en dat ze daarom graag een handig boekje willen hebben om het antwoord op hun vragen even op te zoeken. En dat dan enkele nobelegeestenhetvaderlandendetaalkomendienenmethetzoveelste taalgidsje. De werkelijkheid is eerder andersom. Menige ‘kwestie’ was helemaal geen kwestie tot het moment dat de gidsjes en de meesters kwamen vertellen dat het zus of zo moet. Taalgidsen zijn geen antwoord op onze onzekerheid, ze zijn er de aanstichters van. Tot 1950 was er bijvoorbeeld geen enkele twijfel over groter dan. De situatie was simpel zo dat veel dialecten groter als hadden maar de standaardtaal groter dan. Daar viel heel goed mee te leven. De ellende is pas ontstaan toen P.C. Paardekooper, een invloedrijk taalkundige, 144 vanaf dat jaar een ware kruistocht tegen groter dan begon, waarmee hij duizenden, tienduizenden mensen in verwarring bracht. Na zijn dood zal de actie wel ophouden, maar wij zitten nog decennia lang met de brokken. Dank u wel, Paardekooper. Alin1826schreefWillemBilderdijkoverdezaakwaaroverhijsprak of ...waar hij over sprak, en dat ze allebei in de taal voorkomen en dat er geen enkele reden is om splitsing af te keuren (‘en dwaaslyk willen de schoolvossen van de latere tijden ...’). Hoe is het toch mogelijk dat splitsing of niet-splitsing na meer dan 170 jaar nog steeds aan de orde is? Als men nu gewoon eens ophield erover te spreken? Dan zou de vraag nog tien of twintig jaar na-echoën en vervolgens deed iedereen het net zo natuurlijk als nu bij de meeste andere volgordekeuzen. De volgordes wat hij gedaan heeft en wat hij heeft gedaan komen allebei al minstens vanaf circa 1100 in onze taal voor. Wat is dat toch voor gezever of het ene beter is dan het andere? Of eigenlijk, moeten we niet eens serieus op zoek naar de zeveraars? En die dan met naam en toenaam, en pasfoto, in alle kranten en op internet bekendmaken, zodat iedereen weet wie de schuldigen zijn? Het gedoe met hen en hun, daarvan is zelfs bekend, of in ieder geval bijna zeker, wie de schuldige was: een taalkundige uit de zeventiende eeuw. Nu nog al degenen die zijn voetsporen drukken, ontmaskeren. Hoe nu? Moet dan maar iedereen spreken en schrijven zoals hem goeddunkt? Is dat niet het einde van de taal? Integendeel; ik meen zelfs dat al die stellig goedbedoelde ingrepen van taalgidsjes en abn-handboeken de vorming en onderhouding van een gezonde taal voortdurend voor de voeten lopen en doorkruisen. Ze verstoren het meest eigene van taal, namelijk dat de mensen naar elkaar luisteren, in een ontwikkelde samenleving elkaar lezen, en zich op grond daarvan, bewust en onbewust, naar elkaar richten, en hun taal aanpassen aan die van de anderen. Zo ontstaat een gebruik, en zo werkt het continue proces van aanpassing. Voor de Nederlandse taal is dat al minstens 1000 jaar gaande. Het is dus al begonnen lang voordat overijverige bemoeials gingen meesturen . De vraag wat goed is, wordt nu maar al te vaak beantwoord met [3.143.23.176] Project MUSE (2024-04-24 23:56 GMT) 145 een norm die ontleend is aan de situatie van vijftig jaar geleden of 300 kilometer ver weg. Of helemaal uit de duim gezogen, want ook dat komt veel voor. Dat moet wel misgaan. Wie in volle argeloosheid meende dat dit of dat gewoon en goed was, bijvoorbeeld omdat iedereen het zo doet, of toonaangevende kranten, of een minister, die leert dat wel af...

Share