In lieu of an abstract, here is a brief excerpt of the content:

341 Besluit In 1980 voltooide de Zuid-Afrikaanse schrijver en toekomstige Nobelprijswinnaar voor de literatuur John Maxwell Coetzee één van zijn bekendste en waarschijnlijk ook meest beklijvende romans, Waiting for the barbarians. Daarin schetste hij hoe een kleine, vreedzame gemeenschap razendsnel en zonder noemenswaardig verzet werd overgenomen door een nietsontziend, oorlogszuchtig totalitair regime. De kracht van de roman schuilt vooral in de beschrijving van de psychologische en groepsgebonden mechanismen die een dergelijke evolutie mogelijk maken: de bureaucratische besluitvorming, de door apocalyptische vijandsbeelden veroorzaakte massahysterie, de ontmenselijking van het slachtoffer, het meedogenloze van de ongecontroleerde macht en de fragiele van de rechtvaardigheid. In tegenstelling tot wat de titel laat vermoeden handelt het boek niet over de barbaren, de abstracte vreemdelingen aan de grens – het beschrijft eerder wat de mens is, hoe zijn wezen gestalte krijgt door de onvermijdelijke interactie met zijn omgeving. “Ze kwamen naar mijn cel om mij de betekenis van menselijkheid duidelijk te maken”, liet de auteur zijn gefolterde hoofdpersonage getuigen, “en in een uur tijd werd mij veel duidelijk.”1 Coetzees roman werd geschreven tegen de achtergrond van het ZuidAfrikaanseapartheidsregimeendraagtdaarontegensprekelijkookdesporen van. Maar Waiting for the barbarians kan tevens beschouwd worden als een literaire neerslag van ruim een halve eeuw wetenschappelijk onderzoek naar de werking, methoden en strategieën van het nationaalsocialisme. De complexiteit van de Shoah (als extreemste uitingsvorm van dit regime) heeft historici gestimuleerd om de grenzen van het eigen vakdomein te overschrijden en inzichten uit de psychologie, wijsbegeerte, antropologie, politieke wetenschappen, sociologie en tal van andere disciplines in hun verklaringsmodellen op te nemen. Hun analyses en conclusies zijn tastbaar aanwezig in de ruimtelijk noch tijdelijk gesitueerde, naamloze gemeenschap die Coetzee in zijn roman beschrijft. Maar ook het tekort is voelbaar. Want ondanks de toenemende interdisciplinariteit in de historiografie 1 Coetzee, Waiting for the barbarians, 126. doodgewone_woorden_26052010.indd 341 26/05/10 10:22 342 Besluit van de Shoah zijn geschiedkundigen vrijwel volledig voorbijgegaan aan de inzichten waarmee de linguïstiek het historisch onderzoek kan verrijken. Coetzee besteedt geen aandacht aan de invloed van het gesproken woord. Wat is het spreken immers waard, lijkt hij zich af te vragen, eens het geweld het woord heeft genomen? Zoals het gebrandmerkte barbarenmeisje het uitdrukt: “Ik ben het spreken moe.” De nieuwe bewindslieden spreken wel: ze maken hun wensen duidelijk, bevelen, geven opdrachten en laten die uitvoeren of bijsturen. Wat zij bevelen, gebeurt ook. De relatie tussen het discursieve handelen van de leidende elite en de vervolging van de ‘barbaren’ wordt door Coetzee niet geproblematiseerd. Hij beschouwt ze als een vanzelfsprekendheid. In deze studie wordt die evidentie ter discussie gesteld. De wijze waarop een regime zich talig manifesteert, kan wel degelijk de handelwijze van zijn leden ingrijpend beïnvloeden. Concreet werd in de voorliggende studie aangetoonddatdebetekenisvantalvantermeninhetnationaalsocialistische discours zeer sterk afweken van de invulling die deze uitdrukkingen in lexicale repertoria kregen en elkaar voortdurend tegenspraken. Bovendien was de tekst waarin ze waren opgenomen in de regel geen leidraad voor een beter begrip van die uitdrukkingen en werd een schijnbaar eenduidige lezing voortdurend bevestigd én tegengesproken in voorafgaande en volgende teksten die eenzelfde thema behandelden. Dié gezamenlijke ambiguïteit op het lexicaal-semantische, pragmatischdiscursieve en intertekstuele niveau duidden we aan met de term ‘semantische entropie’. Vervolgens bouwden we een theoretisch model op, waarin we suggereerden dat het NS-discours niet begrepen dient te worden als een bewust opgetrokken discursief rookgordijn waarachter zich ethisch moeilijk te verantwoorden realiteiten afspeelden. We baseerden ons daarvoor op Leon Festingers cognitieve dissonantietheorie , die het ontstaan van een mentale spanning postuleerde, telkens wanneer twee of meer opvattingen/houdingen/cognities niet met elkaar in overeenstemming zijn. In hun streven naar het herstel van een psychologisch evenwicht bouwen individuen cognitieve dissonantie af, door het uitvergroten van de voordelen van een vrijwillig gekozen opvatting of houding (het free-choice model), door het systematisch minimaliseren of negeren van ongewenste informatie (het exposure-to-information-model) of door een specifieke reactie op incentives of straffen (het forced-compliancemodel ). doodgewone_woorden_26052010.indd 342 26/05/10 10:22 [3.144.16.254] Project MUSE (2024-04-20 04:39 GMT) 343 Besluit Semantische entropie liet NS-functionarissen toe het bestaande discours, waarin ‘gematigde’ uitspraken voortdurend werden afgewisseld met de aankondigingen van een bijzonder extreem beleid, dusdanig te interpreteren én te hanteren dat het dissonantie afbouwde, zij het mét het behoud van de conflicterende cognities. Dié interpretaties leidden op hun beurt tot verschillende initiatieven op alle niveaus van de nationaalsocialistische samenleving, gaande van het achteloos wegwuiven van uitlatingen met een genocidaal potentieel tot het nemen...

Share