-
Appendix: Review of the Literature on Women in the Reformation and Radical Reformation
- Wilfrid Laurier University Press
- Chapter
- Additional Information
Soetjen Gerrits and Vrou Gerrits 399 klaricheyt kont verstaen ende mercken aen dese navolghende Liedekens." The editor is known only by the initials I.C., which stand most likely for Jan Cornelisz from Alkmaar. He composed a hymnbook, Een Nieu Schriftuerlijck Liedtboecxken, 't welck noyt in druck en is gheweest, ghemaeckt uyt den Ouden ende Nieuwen Testamente: Met noch twee Christelijcke Sendtbrieven, gemaeckt door den selven Autheur, ghenaemt 7.C. van Alckmaer (Hoorn: Zacharias Cornelisz, 1615). Although his name Jan Cornelisz is nowhere to be found in full, it was most likely his, since two of his hymns were dedicated to his brother "Jacob Cornelisz. Koeckebacker tot Alckmaer" (73 and 129). Apart from "Jacob" the most obvious other / in Dutch would be "Jan." There is no accurate information about him (cf. ME I, 36); the only fact of life revealed in his hymnbook is the acrostic referring to his marriage with Vrou Jansdochter in 1592 (76). 21 This is stated in the introduction of the first edition of SL, GL, p. A2r , although the book contains in fact 104 hymns: 102 numbered songs and two songs appended after the index. The second edition of 1618 corrected the contents to 98 songs. Left out are songs nr. 8, "Beminde laet u niet berooven" (B61 ), nr. 11 "Crijchsluyden cloeck' van aerde" (C5r ), nr. 15 "Den Winter is vergangen" (D5V ), nr. 48 "Ghenade ende vrede" (L8V ) and nr. 71 "Ghy Memelijckers met namen" (RIO; the two appended songs were considered not to be her compositions. One hymn was added in the 1618 edition: nr. 77 "Hoort, lieve vrienden, al ghemeyn" (246). All the noncanonical Soetjen songs were included in the appended hymnbook: Stichtelijcke Liedekens,By diverse Persoonen gemaeckt (Hoorn: Zacharias Cornelisz, 1618). 22 Smit, Dichters der Reformatie, 75: "Thus it is understandable that Zoetjen Gerrits gradually assumed an air of holiness and was considered to be a mother in Israel also outside her immediate circle. People appreciated her opinion and advice; they accepted her admonitions as spoken in the name of God" [Zo wordt het verklaarbaar, dat Zoetjen Gerrits langzamerhand in een geur van heiligheid kwam te staan en ook buiten haar onmiddellijke kring beschouwd werd als een moeder in Israel. Men stelde prijs op haar oordeel en haar raad, men aanvaardde haar vermaningen als uitgesproken in de naam van God]. 23 Hofman, Liedekens vol gheestich confoort, 243, footnote 316, lists 35 hymns in various editions of the Veelderhande Liedekens: 6 in VL 1556, 2 in Veelderhande Gheestelijcke Liedekens (1558), 10 in VL 1559, 19 in VL 66 [I counted 14], 11 in Nieu Liedenboeck (1562), 1 in VL 1569, 1 in VL 1582 and 3 in NL 1583. Some of these hymnbooks were not typically Mennonite,but in use by the Dutch Reformed. Hofman considers the period 15591562 to be her most productive years. In his listing of the contents of the Veelderhande Liedekens (1559), 345, Bijlage III, he omits Soetjen's hymn "Aenhoort een Liedt ghy Adams saet" (p. A7V ), which already was printed in the earlier 1556 edition. It also is found in Gheestelijcke Liedekens (1563), 12r and Schriftuerlicke Liedekens (1580), 17V , which also has "O Mensch aenhoort, des Heeren woort" (cf. Hofman resp. 358, nr. 13; [365, nr. 13, and 360, nr. 232). I reproduce Hofman's 1993 findings presuming that the 6 hymns of Soetjen Gerrits in Veelderhande Liedekens 1556 already were present in the recently discovered Veelderhande schriftuerlijcke Liedekens edition of 155254. See E. Hofman, "De Antwerpse drukker Frans Fraet en de verhouding tussen de vroegste gereformeerde en doopsgezinde liedboeken," in Doopsgezinde Bijdragen 20 (1994), 79. 24 Vrou Gerrits, Nieu Gheestelijck Liedtboecxken (Enkhuizen: Jaspar Tournay, 1607) (hereafter VG, GL), A3V : "Dese jonghe Dochter Vrou Gerrits, heeft haer van jonghs op in de heylighe Schrift gheoeffent, alsoo dat sy begon Schriftuerlijcke Liedekens te dichten, doen sy derthien Jaer oudt was, ende heeft gheleeft tot vijfentwintich Jaer toe, ende is inden Heer ontslapen, ende heeft die Jeucht een goet exempel nagelaten." 400 Profiles of Anabaptist Women 25 Ibid, 193: "Een cort verhael, hoe dat het eynde, van Vrou Gerrets dochter gheweest is, ghelijck als sy van Jongs op, Godt ghevreest heeft, ende in sijn gheboden ghewandelt, nae haer swackheydt, ende in liefde ende vrede met den Godtvruchtighen verkeert, ende heeft na Syrachs woort eenen goeden naem achterghelaten, end' is met een vrolijck gemoet, ende een geruste consciency, ende met een verlanghen, inden Heer ontslapen op Tessel, den 6. September, Anno 1605." [A short story aboutthe end...