Hoe zouden wij graag wonen?: Woonvertogen in Vlaanderen tijdens de jaren zestig en zeventig

Eindnoten

Eindnoten 268 eIndnoten Voorwoord 1 Michel de Certeau, L’invention du quotidien, Parijs: Gallimard, 1990 [1980]. 2 Ruth Oldenziel, Adri Albert de la Bruheze, and Onno de With, “Europe’s Mediation Junction: Technology and Consumer Society in the 20th Century”, in History and Technology 2005 (21) 1: 107-39. 3 Marshall Berman, Marshall, All That Is Solid Melts Into Air. The Experience of Modernity, London: Verso, 1985 [1982]. 4 Hilde Heynen, “Modernity and Domesticity. Tensions and contradictions”. In: Hilde Heynen, Gülsüm Baydar (Eds.), Negotiating Domesticity; Spatial Productions of Gender in Modern Architecture, London: Routledge, 2005, pp. 1-29. 5 Judy Giles, The Parlour and the Suburb: Domestic Identities: Class, Femininity and Modernity, Oxford: Berg, 2004. 1. hoe zouden we graag wonen? 1 Titel van een 5-delige reeks. Eerste nummer: “ Hoe zouden we graag wonen?”, Vb, (1961) 2, 6-7. 2 STORME, “Voorwoord”, d’HELLEM-DE VLOED, REYNDERS, Beter Wonen, Sint-Andries: Provincie WestVlaanderen comité ter bevordering van de wooncultuur (1967), x. 3 (Provinciale Raad West-Vlaanderen, 1931, blz. 294-295) in: DE VOS, “Archief van het Provinciaal Comité Wooncultuur ontsloten”, Informatie uit de Archiefbrief Provincie West-Vlaanderen, 7 (2006), 1. 4 “Beter en prettiger wonen – Provincie West Vlaanderen, Comité ter bevordering van de wooncultuur”, Vb (apr. 1970), 12-13. 5 VAN HAEGENDOREN, Denken over wonen, Brugge: J. Sonneville (1968), 9-11. 6 De rubriek liep tussen 1968 en 1970. P.L.M., “S.O.S. Decor”, Libelle, 23 (1968) 9, 74; P.L.M., “S.O.S. Decor”, Libelle, 23 (1968) 11, 100. Zie ook: HUYSMANS, Beeldvorming over wonen in de jaren 1960-70, ongep. eindwerk, Burg. Ir.-architect, KU-Leuven (2006), 57-58. 7 DE CAIGNY, Bouwen aan een nieuwe thuis. Wooncultuur in Vlaanderen tijdens het Interbellum, Universitaire Pers Leuven, Leuven (2010); FLORÉ, Lessen in Goed Wonen. Woonvoorlichting in België 19451958 , Universitaire Pers Leuven, Leuven (2010). Deze werken worden verder geduid. 8 GAUS, “Een oude tijd voorbij”, GOBYN, VANHAECKE (eds.), De Fifties in België, Sint-Niklaas: Agora, Service Boekhandel (1988), 22. 9 FLORÉ, DE KOONING, “The representation of modern domesticity in the Belgian Section of the Brussels World’s Fair of 1958”, Journal of Design History, 16 (2003) 4, 319-340. 10 BUYST, “De bouw, een ‘soepele sector’”, in: LOECKX, “Wonen: een veelzijdige realiteit”, in: LOECKX, NEUCKERMANS, DILLEMANS (eds.), Wegwijs wonen. Leuven: Davidsfonds (1993), 51-54. 11 Zie bijvoorbeeld: THEUNIS, De zoektocht naar een Belgisch woonproject, 1965-1975, onuitgeg. doctoraatseindwerk , Burg.Ir.-arch, KULeuven (2008), 100-111, 252-293; LOECKX, “Wonen uit de fabriek”, VAN HERCK, AVERMAETE (eds.), Wonen in welvaart, Rotterdam, Antwerpen: 010, VAI/CVAa, (2006), 231-247. 12 Zie bijvoorbeeld in het openingscitaat en in: DOMI, “Onze woning toont wie we zijn”, V&W, (jan. 1970), 12. 13 Modernisme is bijgevolg de “verzameling van stromingen die de moderniteit gestalte wilden geven door in te gaan op het nieuwe en het eigentijdse, ten nadele van de continuïteit met het verleden, met de traditie ”. HEYNEN, Architectuur en kritiek van de moderniteit, Nijmegen: SUN (2001), 17, 20; DE CAUTER, HEYNEN, “Avant-garde en modernisme”, HEYNEN, LOECKX, DE CAUTER, VAN HERCK Karina (eds.), ‘Dat is architectuur’, Rotterdam: 010 (2001), 688 14 SCHOONJANS, “Au bonheur des dames”, HEYNEN, DELHAYE (red.), De zij-kant van architectuur, 18 (1997) 70, 149-150. 269 15 REED, “Introduction”, in: REED (ed.), Not at Home: The Suppression of Domesticity in Modern Art and Architecture. W.W Norton & Co Inc (1996), 7-17; DE CAUTER, “De opstand van de authenticiteit”, in: HEYNEN, LOECKX, DE CAUTER, VAN HERCK (eds.), ‘Dat is architectuur’. Sleutelteksten uit de twintigste eeuw. Rotterdam: 010 (2001), 681-685. 16 Zie uitgebreid in: VAN HERCK, “Architectuur en het volk”, HEYNEN, e.a. (eds.), ‘Dat is architectuur’, Rotterdam: 010 (2001), 863-864. 17 Zie bijvoorbeeld: DE CAUTER, “De opstand van de authenticiteit”, 681-684; DE CAUTER, “De machine als paradigma”, HEYNEN, e.a. (eds.), ‘Dat is architectuur’, Rotterdam: 010 (2001), 747-754. 18 Ideologisch werden de Hilton hotels ingezet als een anti-communistisch, pro-Amerikaans propagandamiddel . Zie: HEYNEN, “The jargon of Authenticity. Modernism and Its (Non)political Position”, in: KALM, RUUDI (eds.), Constructed Happiness. Domestic Environment in the Cold War Era. Estonia: Estonian Academy of Arts & Authors (2005), 18-19. 19 DE KOONING, “Willy Van der Meeren”, Vlees & Beton 21-24, Damme: Laat-XXe-eeuws genootschap (1993). 20 DU BOIS, TYRIONS, “Is inspraak bij groepsbouw dan toch mogelijk?”, Wonen, (1979) 79, 14-22. Soms werden ideeën van architecten de bewoners opgedrongen tijdens de ‘inspraakvergaderingen’. Interview Wildro, Interview Vermeulen. 21 EYCKERMAN, “Verwarring aan de macht”, in BINNEMANS...