In lieu of an abstract, here is a brief excerpt of the content:

de omwentelingen in de arabische wereld van 2011 45 De omwentelingen in de Arabische wereld van 2011: beschouwingen in internationaal en Europees perspectief Jan Wouters inleiding Op 17 december 2010 steekt de zesentwintigjarige straathandelaar Mohammed Ben Bouazizi, een man met een universitair diploma die geen werk vond en zonder vergunning op straat een groentekraam uitbaatte in een Tunesische provinciestad, zich in brand uit protest tegen de inbeslagneming van zijn handelswaren en de vernederende behandeling door de politie . Niemand kon toen vermoeden dat deze tragische gebeurtenis tijdens de eerste maanden van 2011 zou leiden tot een revolutionaire kettingreactie doorheen de Arabische wereld. Op slechts enkele weken tijd resulteren protesten in de val van het regime in Tunesië (president Ben Ali vlucht naar Saoedi-Arabië op 16 januari) en in Egypte (president Hosni Moebarak neemt ontslag op 11 februari) en komt het tot massale demonstraties in Iran, Jemen, Jordanië, Libië, Syrië en in mindere mate in Algerije, Irak, Marokko en Saoedi-Arabië. In Libië vindt een gewapende opstand plaats die vanaf medio maart vanuit de lucht militair ondersteund wordt door 46 jan wouters de Verenigde Staten, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk en vervolgens door de NAVO, en die eind augustus 2011 leidt tot de val van Tripoli. Kolonel Kadhafi zelf wordt een maand later, op 20 oktober, afgemaakt in zijn geboortestad Sirte. Deze turbulente gebeurtenissen zijn nog verre van ten einde. Integendeel, ze evolueren elke dag verder, met o.a. de eerste vrije verkiezingen in Tunesi ë en Egypte en de politieke doorbraak van gematigde moslimpartijen, het aftreden van de Jemenitische president Ali Abdullah Saleh eind 2011 en de aanhoudende demonstraties en repressie in Syrië. Eerder dan een overzichtskroniek te verschaffen, wil deze bijdrage een aantal kritische vragen stellen vanuit een internationaal en Europees perspectief. Welke onderliggende oorzaken verklaren de Tunesische ‘Jasmijnrevolutie’ en de daaropvolgende democratische revoltes in de Arabische wereld? Achtereenvolgens gaan we in op (1) de oorzaken, (2) de reacties van de internationale gemeenschap, (3) de vraag welke impact deze gebeurtenissen hebben op de regio en (4) op de internationale relaties. Ten slotte vragen we ons af hoe de Europese Unie (EU) beleidsmatig op deze omwentelingen heeft gereageerd (5) en welke implicaties deze gebeurtenissen hebben voor een aantal internationaalrechtelijke kwesties, van de universaliteit van democratie en mensenrechten tot en met de rol van universele en regionale instellingen (6). onderliggende oorzAken Eén van de meest opmerkelijke zaken van de hier besproken gebeurtenissen in de Arabische wereld is dat omzeggens niemand ze heeft zien aankomen .1 In hun publicatie The Arab Uprising: Causes, Prospect and Implications2 analyseren de Finse onderzoekers Timo Behr en Mika Aaltola de onderliggende oorzaken van de omwentelingen in Egypte en Tunesië en de daaropvolgende turbulenties in de Arabische wereld. Volgens hen zijn de revoltes veroorzaakt door een combinatie van een economisch deficit, een politiek deficit en een waardigheidsdeficit. Dat is een goed stramien om op een aantal onderliggende factoren te wijzen. Het economisch deficit slaat vooral op een combinatie van verslechterende levensomstandigheden en een groeiende ongelijkheid in een klimaat van economische crisis.3 De paradox is dat zowel Egypte als Tunesië behoorlijke economische groeicijfers konden voorleggen. Vooral Tunesië was de [3.142.119.241] Project MUSE (2024-04-20 03:10 GMT) de omwentelingen in de arabische wereld van 2011 47 ‘lieveling’ van heel wat internationale instellingen4 en had voor 2011 een groeiverwachting van 4,8 %. Echter, voor het grootste deel van de bevolking ging de levensstandaard erop achteruit door een combinatie van dalende lonen, hoge inflatie en stijgende werkloosheid, met in een aantal landen tevens een acute stijging van de voedsel- en olieprijzen. Creatie van werkgelegenheid vond vooral plaats in de laaggeschoolde en minst betaalde sectoren van de economie, terwijl de middenklasse – in toenemende mate voorzien van universitaire diploma’s – vaak geen werk vond en lijdzaam toezag hoe de hoogste klasse zich verrijkte in een systeem van crony capitalism. Vooral de jeugd in deze middenklasse heeft de revoltes bewerkstelligd. In dit verband valt tevens te wijzen op een zeer belangrijke demografische evolutie in de Arabische wereld: van de 350 miljoen mensen die daar leven vormt de groep onder de 25 jaar een heel groot deel van de bevolking: van meer dan 65 % in Jemen tot meer dan 55% respectievelijk 54% en 52% in Syrië, Jordanië en Egypte. Werkloosheid van jongeren heeft alarmerende hoogten bereikt van hoger dan 23%. Meer dan 100 miljoen mensen tussen 15 en 29 jaar zoeken naar individuele en economische vooruitgang5 – vanuit het oogpunt van mogelijke migratiegolven richting Europa is dit op zich al...

Share