In lieu of an abstract, here is a brief excerpt of the content:

Methodologie comparatief onderzoek 231 Hoofdstuk 1 Methodologie comparatief onderzoek Dit derde deel plaatst Antwerpen in de range van zeehavens tussen Hamburg en Le Havre. Het is voornamelijk de bedoeling Antwerpens prestatie beter te kunnen inschatten en om de hypotheses omtrent de prestatie van de haven bij te stellen. Waar staat Antwerpen in de Noordwest-Europese havenrange? Hoe groot is de Antwerpse overslag? Waar liggen Antwerpens sterken en zwakten? Welke goederenstromen maakten Antwerpen in vergelijking met haar concurrenten succesvol? Methodologie strategische positioneringsanalyse 1. In dit verband wordt traditioneel verwezen naar de Hamburg-Le Havre range. Een havenrange omvat een aantal havens die (potentieel) rechtstreeks met elkaar concurreren omtrent grosso modo hetzelfde achterland. In de recente literatuur rekent men de zeehavens van Amsterdam, Antwerpen, Bremen, Duinkerke, Gent, Hamburg, Le Havre, Rotterdam en Zeebrugge tot de Hamburg -Le Havre range. De samenstelling van de range kan echter doorheen de tijd variëren en is afhankelijk van de goederenstroom in kwestie. Zodoende kunnen ook de zeehavens van Vlissingen, Terneuzen of Wilhelmshafen tot de Hamburg-Le Havre range worden gerekend.561 We beperken de analyse tot vijf havens, met name Antwerpen, Gent, Hamburg, Rotterdam en Zeebrugge. Het leeuwendeel van de sinds 1900 gepubliceerde comparatieve studies identificeert de havens van Antwerpen, Rotterdam en Hamburg als de belangrijkste concurrenten in de Noordwest561 . HUYBRECHTS, M., et al., Port competitiveness. An economic and legal analysis of the factors determining the competitiveness of seaports, Antwerpen, 2002, 6. 232 Europese range.562 We betrekken op de tweede plaats eveneens de havens van Gent en Zeebrugge in de vergelijking. De uitbouw van Gent en Zeebrugge tastte immers de monopoliepositie aan die de Scheldehaven in de Belgische economie lange tijd kon aanhouden. De concurrentie tussen deze haven situeert zich op vier niveaus: concurrentie tussen havenbedrijven, havens, havenclusters en havenranges. Het onderscheid tussen havenclusters en havenranges is dat een havencluster een aantal dicht bij elkaar gelegen havens met gelijkaardige geografische kenmerken groepeert, terwijl een havenrange aan dezelfde kust gelegen havens met een min of meer gemeenschappelijk achterland omvat. Deze concurrentieniveaus mogen nietlosvanelkaar wordenbeschouwd.563 Recentelijkruilensteeds meer haveneconomen dit traditionele systeem in voor een model met concurrentie tussen logistieke ketens in plaats van tussen havens.564 Aangezien in deze nieuwe benadering de totale kostprijs een belangrijke rol speelt, bekijkt men naast de achterlandverbindingen thans ook de commerciële en industriële dienstverlening in de haven. Vandaag spreekt men over havenconcurrentie in termen van concurrentie tussen havenoperatoren (omschreven als diegenen die de transportketen organiseren) in plaats van concurrentie tussen havens. Meestal onderkent men drie niveaus (maar er bestaan varianten). Ten eerste onderscheidt men de concurrentie tussen havenoperatoren om 1. een trafiek binnen één haven (‘intra havenconcurrentie’). Een operator kan meerdere trafieken behandelen en kan ook in meerdere 2. havens aanwezig zijn. De concurrentie tussen havenoperatoren van verschillende havens beschouwt men als tweede vorm van concurrentie (de ‘inter-havenconcurrentie op operatorenniveau’). Ten derde onderscheidt men concurrentie tussen havenbesturen (de ‘inter3 . havenconcurrentie op bestuursniveau’).565 Hoe kunnen we deze vergelijking operationaliseren? De meeste havenbesturen en -bedrijven beschouwen groei en marktaandeel als de twee belangrijkste indicatoren van hun concurrentiepositie. De concurrentiepositie van een haven wordt in deze visie gedetermineerd door de competitieve positie 562. DE GOEY, Historiography. 563. VERHOEFF, J.M., Zeehavenconcurrentie: een analyse van de aard dezer concurrentie , in: Tijdschrift voor vervoerswetenschap, -4 (1977), 297-310. VERHOEFF, Zeehavenconcurrentie : overheidsproductie en havendiensten. WINKELMANS, W., Elementen voor een havenbeleid, Brussel, 1979, 179-217. (GERV Berichten 22). 564. Nieuwere definities, zie onder andere: SLACK, B., Containerisation, inter-port competition and port selection, in: Maritime policy and management, XII-4 (1985), 293303 . HAYUTH, Y., Port competition and regional port cooperation, in: BLAUWENS, De dynamiek van een haven, 210-226. HEAVER, T.D., The implications of increased competition among ports for port policy and management, in: Maritime policy and management, XXII-2 (1995), 125-133. 565. HUYBRECHTS, Port competitiveness, 9-13. HAEZENDONCK, E., Essays on strategy analysis for seaports, Leuven/Apeldoorn, 2001, 12-17. [18.219.22.169] Project MUSE (2024-04-25 17:09 GMT) Methodologie comparatief onderzoek 233 van de haven in specifieke goederenstromen.566 Uit recent transporteconomisch onderzoek blijkt dat havenconcurrentie zich hoofdzakelijk voordoet op het niveau van de goederenstromen en met andere woorden daar moet worden geanalyseerd. Qua methodologie maken we daarom gebruik van een strategische positioneringsanalyse (SPA). De SPA werd ontworpen door transporteconomen met het oog op het bestuderen van havenconcurrentie. De techniek laat de onderzoeker toe de sterkten en zwakten en dus de strategische positie van een haven ten opzichte van haar concurrenten te bepalen. De SPA...

Share