In lieu of an abstract, here is a brief excerpt of the content:

Wendy Morris De kolonie als consumptiegoed Koloniale waren en artistieke reflectie. Afb. 1: ‘After the Meal’. 2005. Tekening van film Taste the World, Houtskool op papier. 140cm x 100cm. (Foto: Morris). Afb. 2: Banania verpakkingen (Foto: Morris) 184 De prentenalbums over koloniale onderwerpen die in de jaren veertig en vijftig door voedselproducenten als Jacques, Anco en Liebig werden gemaakt, alsook de etiketten op voedingsproducten die verwezen naar kolonisatieprocessen , deden de kolonie op de Belgische keukentafel belanden. De ontdekking van het geïllustreerde verzamelprentje, verborgen in de verpakking van de producten, was in zekere zin een nabootsing van de ontdekkingen die werden gedaan door de vaak afgebeelde ‘pioniers’ van de koloniale veroveringen . Plaatjes van de Congolese bevolking, van de Congolese flora en fauna of van pas ontdekte tropische ziektes die waren overwonnen door het Belgische koloniale bestuur, maakten van elke consument van chocolade van Jacques of Liebigs vleesextract een koloniale avonturier in Afrika. Veel van mijn beeldend werk gaat over consumptie van de kolonie door Belgische huishoudens. Sinds 2002 heb ik vier korte animatiefilms gemaakt waarvan er drie het Belgische kolonialisme onderzoeken middels metaforen van consumptie. De titel van de eerste animatiefilm uit de reeks, A Royal Hunger (2002), refereert aan de onverzadigbare eetlust van Leopold II, zowel letterlijk – hij stond bekend om zijn gargantueske trek – als figuurlijk, zijn honger naar koloniale expansie. De film speelt zich af in het Koninklijk Museum van Midden-Afrika in Tervuren, de officiële plek waar de herinnering aan het koloniale verleden van België levend wordt gehouden. De tweede film, Taste the World (2005), begint en eindigt met het nuttigen van een maaltijd (afb. 1). Hij gaat niet zozeer over de voedselproducten in het bijzonder, maar spreekt veeleer over het concept van neokoloniale consumptie van de kolonie, de ex-kolonie of, nog breder, de Derde Wereld. De titel is letterlijk overgenomen uit een hedendaagse toeristische brochure waarin Belgische reizigers worden opgeroepen om ‘de wereld te proeven’. De laatste film over het Belgische kolonialisme is Bully Beef (2007). De titel verwijst naar een merk corned beef dat al sinds de tijd van Napoleon diende als proviand voor legers en imperiale strijdkrachten. Door het product als een visuele metafoor voor imperiale consumptie te gebruiken tracht de film twee historische gebeurtenissen in het Belgische collectieve geheugen met elkaar te verbinden: de invasie en kolonisatie van Congo (de natie als dader) en de invasie en tijdelijke bezetting van grote delen van België door Duitsland in de Eerste Wereldoorlog (de natie als slachtoffer). In de film wordt dit getoond in de vorm van een banket dat werd gehouden in het Koninklijk Museum van Midden-Afrika. Deze animatiefilms vertrekken vanuit houtskooltekeningen die worden gefilmd en vervolgens gewijzigd – aangevuld, uitgewist, hertekend – om [3.22.248.208] Project MUSE (2024-04-26 14:16 GMT) 185 ten slotte nogmaals gefilmd te worden. Sporen van de wijzigingen blijven zichtbaar in de tekening zodat, zodra een beeld langzaam overgaat in het volgende, voorgaande stadia ook zichtbaar zijn. De films zijn niet narratief en tamelijk letterlijk geconstrueerd, maar door het tempo waarmee de beelden veranderen, valt het eindresultaat niettemin surrealistisch te noemen. Afrika ingepakt De tekeningen in de animatiefilms zijn hoofdzakelijk geïnspireerd op de visuele boodschappen op voedselverpakkingen die circuleerden gedurende de Belgische aanwezigheid in Congo. Ook huishoudproducten die vandaag in omloop zijn, verwijzen weliswaar indirect naar de periode van koloniale macht. Het effect dat deze boodschappen op mij hadden in de periode dat ik naar België verhuisde kan de keuze van de beelden in mijn films enigszins verklaren. Opgegroeid tijdens de apartheid in Zuid-Afrika waar voedselproducten die refereerden aan ‘blackness’ nooit werden gekocht door de blanke consument, werd ik hier getroffen door het grote aantal producten dat gemarket werd door te verwijzen naar ‘blackness’. Mijn uitstapjes naar Belgische supermarkten leerden mij al spoedig dat producten als (pure) chocolade, alcoholische dranken zoals rum en poetsmiddelen voor ovens en fornuizen, frequent op de markt werden gebracht met afbeeldingen van Afrikanen op de verpakking. De etiketten op deze producten (die overigens weinig tot niets te maken hadden met Afrika en haar bevolking) leken terug te grijpen naar een koloniaal verleden en een ‘blanke’ visie op de bruikbaarheid of het nut van ‘blackness’ – ‘blackness’ als een eetbare of seksueel veroverbare kwaliteit, of ‘blackness’ die aan de slag kan worden gezet. Zo bezien zijn deze afbeeldingen representaties van een ideologische constructie : de hegemonie van België over het Congolese volk. Enkele van deze representaties zijn nog altijd in omloop, zij het in een steeds cryptischer vorm. CaVa Seul brengt...

Share