In lieu of an abstract, here is a brief excerpt of the content:

Marc Depaepe, Honoré Vinck & Frederik Herman ‘Van wildemannen, brave zwartjes en geëvolueerden’ Over de mogelijke impact van de Congoconnectie op het Belgische onderwijs Toekomstige kolonisten in matrozenpak? Kaft van het leerboek van De Broeders van Liefde, België mijn vaderland. Het aardrijk in beeld en samenspraak. 4e leerjaar (Tessenderloo s.d.) 132 Tijd voor een nieuw perspectief De historiografische intentie die aan de grondslag ligt van voorliggende bundel is beslist heel waardevol, ook en vooral voor de pedagogische geschiedschrijving. Al teveel is de kolonisatie en de daaraan gekoppelde missionering, die in wezen zelf een educatieve betekenis had, als een soort eenrichtingsverkeer van Noord naar Zuid voorgesteld. Het hoeft evenwel geen betoog dat de crossculturele contactname met ‘de ander’ in Congo ook zijn invloed liet gelden op de psycho-pedagogische constructie van ‘het zelf’ in het moederland. Vandaar dat de geschiedenis van het onderwijs in de kolonie volgens ons moeilijk kan worden benaderd zonder de geschiedenis van de kolonie in het onderwijs. Zo luidde overigens ook de woordspeling in de ondertitel van een tentoonstelling die we daarover in 1994 hebben opgezet in het Stedelijke Onderwijsmuseum te Ieper. Trouwens , dit even ter zijde: de onderwijsgeschiedenis van Belgisch Congo laat zich, zoals we in ons overzichtswerk In het teken van de bevoogding al eerder hebben aangestipt, tot op zekere hoogte lezen als de Belgische ‘in het klein geschreven’, wat bijvoorbeeld gelet op de weinig ontvoogdende pedagogische uitgangspunten (moralisering boven kennisverwerving), de taaltoestanden (voorkeur voor de inlandse talen met het oog op de evangelisatie ) en de naderhand geëxporteerde politiek-ideologische spanningen (de schoolstrijd van de jaren 1950) niet eens zo verwonderlijk is. Toch mag het streven naar meer evenwichtige (en op vandaag ongetwijfeld ook politiek correctere) interpretaties niet doen vergeten dat de aandacht voor het koloniale – zeker in het kader van het Belgische onderwijs - en opvoedingsgebeuren – al bij al zeer marginaal is gebleven. De modale Belg – leerkrachten, opvoeders, inspecteurs, psychologen en pedagogen niet uitgezonderd – lag zeker niet wakker van het ‘koloniale’ vraagstuk. De historicus (in casu die van opvoeding, vorming en onderwijs) evenmin, zodat het in de bronnen zowel als in de literatuur werkelijk nog grotendeels spoorzoeken is naar ‘mogelijke’ invloeden van Congo op alles wat met het vormingsproces van de Belgen te maken heeft. Een synthese ligt in dat verband niet zomaar voor het rapen, ook al zijn er enkele deelstudies die we hier gerust als uitgangspunt kunnen nemen. Te denken valt bijvoorbeeld aan de analyses van Belgische leerboeken (voor het lager én secundair onderwijs) over het vak geschiedenis (op basis van een steekproef van 47 Nederlandstalige leerboeken of 304 edities op een totaal van 418 leerboeken, respectievelijk 1091 edities in de periode 1945-1984) door [3.133.108.241] Project MUSE (2024-04-20 08:16 GMT) 133 Antoon De Baets enerzijds en van het vak aardrijkskunde (op basis van 110 Franstalige leerboeken, 1880-1984) door Edouard Vincke anderzijds. Recentelijk heeft Laurence Boudart bovendien in het kader van haar doctoraat aan de universiteit van Valladolid een 150 tal Belgische leerboekjes (voornamelijk in verband met het onderricht van de taal) geanalyseerd in functie van hun bijdrage tot de vorming van een nationale identiteit. Ook de Belgische kolonie genoot in dat opzicht enige belangstelling, maar het is evident dat die leerboekjes vrijwel uitsluitend de Belgische perceptie op het koloniale verleden weerspiegelen. Het oude blanke epos De aandacht voor de kolonie was in de leerboeken zeker geen hoofdbekommernis . Algemeen genomen mag men stellen dat de leerplannen (en de daaruit voortgevloeide leerboeken) geschiedenis vóór 1960 hun energie vrijwel eenzijdig op de geschiedenis van België hebben gericht. Congo fungeerde in dat verband slechts als een beperkt aanhangsel, dat in materiele termen uitgedrukt doorgaans niet veel meer plaats innam dan een paar bladzijden van het leerboek. Zoals bekend doet de triomfalistische, simplistische en bijwijlen zelfs verdedigende wijze waarop de ‘tiende’ ‘Belgische’ provincie door de toenmalige schoollieden-leerboekenauteurs in beeld werd gebracht, op vandaag erg karikaturaal aan. De ‘geniale’ vorst Leopold II schonk het kleine België, tegen de wil van zijn bekrompen onderdanen in, een grote kolonie en het heroïsche werk van kolonisten en missionarissen lag aan de basis van wat een klein mirakel op het gebied van de beschaving kon worden genoemd – een beeld dat overigens ook al uit voorstudies van Raf De Keyser (op basis van bij hem gemaakte licentieverhandelingen) naar voren was gekomen. Dat er in de geschiedenisleerboeken weinig ruimte overbleef voor de autochtone bewoners van het gebied hoeft dan ook niet te verwonderen. Ze werden, volgens De Baets, enkel in een ‘figurantenrol...

Share