In lieu of an abstract, here is a brief excerpt of the content:

101 Het lastig maken Een poosje geleden las ik de volgende zin:| Als het moet, gaan we mensen het lastig maken (NRC/Handelsblad 25 januari 2007). Nu de geest van Charivarius weer los is, en menigeen moord en brand roept over de slechte taalbeheersing van scholieren en studenten , kunnen we niet voorzichtig genoeg zijn. Is deze zin wel goed Nederlands? Zelfzouikschrijven:...gaanwehetmensenlastigmaken,endaarom viel de krantenzin me op. Maar is mijn volgorde beter? Ik heb schoolgegaan in de gelukzalige tijd dat daar nog lesgegeven werd, maar zegt dat alles? Hoe was de schoolopleiding van de redacteur van de nrc? Ik weet er niets van, maar het is natuurlijk mogelijk dat hij of zij recentelijk de pabo gedaan heeft. Sommige vragen zijn eenvoudig te beantwoorden. Bijvoorbeeld de vraag wat het vaakst voorkomt. Is dat ... het mensen ... of ... mensen het ...? Daarover kan geen twijfel bestaan. Zinnen als ... gaan we het mensen lastig maken zijn veel frequenter dan zinnen als ... gaan we mensen het lastig maken. Mijn persoonlijke voorkeur loopt dus gelijk met die van de meerderheid. Maar hoe komt iemand ertoe om af te wijken van de meerderheid? Hoe raar is die andere volgorde? Lastig maken We kunnen in het Nederlands zeggen dat we iets gemakkelijk maken, iemand rijk maken, iets goedkoop maken of iets vochtbestendig maken. Al naargelang. Er zijn talloze mogelijkheden, waaronder waterafstotend , voorspelbaar, transparant, jaloers, dik en mooi. In grammaticale 102 termen bestaat zo’n constructie steeds uit maken + een lijdend voorwerp (iets of iemand) + een bepaling van gesteldheid of resultatieve werkwoordsbepaling. De termen mag u gerust weer vergeten, behalve als u de pabo doet. Een voorbeeld van onze constructie is:| (allerlei obstakels die) de overstap lastig maken. In plaats daarvan kunnen we ook zeggen:| (allerlei obstakels die) het lastig maken om over te stappen. In deze laatste zin hebben we (om) over te stappen achteraan gezet omdat het vooraan een beetje te lang is. Hoe langer zo’n groep, hoe meer we geneigd zijn die achteraan te zetten:| (allerlei obstakels die) het lastig maken om met zware koffers beladen op een druk perron binnen de gestelde tijd over te stappen. Merk op dat als we zo’n langere groep achteraan zetten, op de ‘oorspronkelijke ’ plaats het woordje het komt. In de grammatica noemt men dat een voorlopig lijdend voorwerp. Het wijst vooruit; we weten alvast dat er straks nog een nadere invulling komt. Bij dit alles kunnen we ook nog vermelden voor wie de zaak lastig is:| (allerlei obstakels die) het bejaarden lastig maken om over te stappen. Het zinsdeel dat de persoon of de personen noemt voor wie iets lastig is, heet het meewerkend voorwerp. De volgorde van lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp in het Nederlands ligt min of meer vast. Vrijwel alle moedertaalsprekers doen het op dezelfde manier, en doen het dus vanzelf goed. Het is overigens niet eenvoudig uit te leggen aan een buitenlander, want dan blijkt de kwestie ineens heel ingewikkeld. Op dit moment is het [18.118.9.7] Project MUSE (2024-04-26 05:20 GMT) 103 voldoende om te weten dat als het lijdend voorwerp het is, dit voorafgaat aan het meewerkend voorwerp. We zeggen namelijk allemaal:| dat ik het mijn broer geef;| dat ik ’t ’m geef. De omgekeerde volgorde zou erg raar klinken (dat ik mijn broer het geef; dat ik ’m ’t geef), en dat zegt dan ook bijna niemand. Gewapend met deze kennis kunnen we vaststellen dat| Als het moet gaan we het mensen lastig maken, de normale volgorde representeert, namelijk eerst lijdend voorwerp (het), en dan pas het meewerkend voorwerp (mensen). De zin in de nrc wijkt af, en verdient nadere beschouwing. De vaste verbinding Nu wil het geval dat de combinatie het iemand lastig maken ook wel gebruikt wordt zonder nadere aanduiding van wat we lastig maken. We kunnen zeggen dat we het iemand lastig maken, en dat betekent dan zoveel als: ‘last bezorgen’, of ‘hinderen’. In een zin als Hij kon het ons knap lastig maken, is zelfs in de context meestal niet te zeggen wát het dan precies is. Gewoon, in het algemeen, lastig. Het woordje het verliest dan zijn verwijzende functie. Zoiets komt vaker voor. Denk maar aan het koud hebben, of het op iemand gemunt hebben , waar het woordje het evenmin naar iets verwijst. En net als daar kunnen we het iemand lastig maken een werkwoordelijke uitdrukking of vaste verbinding noemen. Deze gebruikswijze met niet-verwijzend het is jonger dan de bovengenoemde constructie met wel-verwijzend het. Als ik het...

Share